Als docent is het soms moeilijk om een groep kinderen onder controle te houden. Zeker in het begin van het jaar. Vaak ben je daar al druk genoeg mee, en komt het kind als individu op de tweede plek. Een logische gedachte, maar het is belangrijk om het individu niet te vergeten. 

Zo’n individuele aanpak kan ook een groep helpen om rustiger te worden. Als je er namelijk eerst de druktemakers individueel uitpakt en probeert uit te vinden waar ze onrustig van worden, dan kun je in het vervolg makkelijker lesgeven en de kinderen (en jezelf) een leuke tijd bezorgen. Terwijl dat lesgeven een stuk makkelijker gaat, kun je ook eenvoudig de andere kinderen uit de klas leren kennen. De kinderen die in eerste instantie niet opvallen. 

Ook is het van belang om te weten met welke bijzonderheden sommige kinderen te maken hebben. Epilepsie bij kinderen is zo’n voorbeeld. Een kind dat epilepsie heeft, kan soms een onverwachte aanval krijgen. Deze ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. De directe gevolgen daarvan zijn dat een kind voor zich uit staart waarbij de ogen wegdraaien, een mondhoek kan scheef trekken, of een kind valt en krijgt schokken. 

Dan is het van belang om te weten wat je moet doen. Je belt in ieder geval 112 als het slachtoffer in de aanval blijft of niet bij bewustzijn komt. Zorg ervoor dat er genoeg ruimte is, zodat de persoon zich niet bezeert. Stop ook niets in zijn of haar mond. Als het slachtoffer bekend is met epilepsie, dan kun je kort het verloop van de aanval afwachten voordat je 112 belt. 

Dit is een voorbeeld van hoe je je soms dient in te lezen over bepaalde zaken die kinderen met zich mee kunnen brengen. Onthoud dus in alle gevallen dat een kind meer is dan alleen een onderdeel van een klas.